SGD nieuwsbrief 3e kwartaal 2015 |
Uitschrijven - webversie |
Periodieke nieuwsbrief |
De Stichting Geborgde Dierenarts (SGD) gaat vanaf nu via een digitale nieuwsbrief alle deelnemers aan het kwaliteitssysteem geborgde dierenarts vier keer per jaar informeren over de gang van zaken. U ontvangt deze nieuwsbrief automatisch omdat u ingeschreven staat in één van de (voorlopige) registers. Afmelden voor deze nieuwsbrief kan hier. |
Agenda
De eerstvolgende bijeenkomsten van de Colleges van Belanghebbenden (CvB’s) en het Bestuur zijn:
CvB Geborgde Varkensdierenarts:
|
10 november 2015
|
CvB Geborgde Vleeskalverdierenarts:
|
18 november 2015
|
CvB Geborgde Pluimveedierenarts:
|
26 november 2015
|
CvB Geborgde Rundveedierenarts:
|
1 december 2015
|
SGD Bestuursvergadering:
|
11 december 2015
|
|
|
Op de website van de SGD kunt u zien wie er zitting hebben in de CvB’s. Mocht u opmerkingen of suggesties hebben over de inhoud of de uitvoering van de regelingen, dan kunt u die doorgeven aan uw vertegenwoordigers in de CvB’s of aan het SGD-secretariaat via info@geborgdedierenarts.nl.
|
Inzet dierenartsen bij dierziektebestrijding
Bij een uitbraak van een bestrijdingsplichtige dierziekte moeten door de overheid ook niet-geborgde dierenartsen ingezet kunnen worden. De 1-op-1 overeenkomsten voor alle regelingen zullen per 1 januari 2016 hierop worden aangepast.
Hoger beroep AGIB versus SGD
Op 22 september jl. diende het hoger beroep van de firma AGIB b.v. tegen de SGD. AGIB b.v. stelt dat de SGD onrechtmatig handelt doordat zij via hun regelingen aan veehouders zouden opleggen dat alleen geborgde rundveedierenartsen een recept voor URA-middelen mogen uitschrijven. De SGD bestrijdt dat dit onrechtmatig is. Het pleidooi van de SGD is ondersteund met verklaringen van de faculteit Diergeneeskunde over de resistentierisico’s bij toepassing URA-middelen en van ZuivelNL over de noodzaak van zorgvuldig voorschrijven en registreren door geborgde rundveedierenartsen.
Inmiddels zijn de kosten voor deze juridische procedure voor de SGD opgelopen tot € 22.500. De uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem is op 10 november aanstaande.
Externe audit VERIN
Het SGD-bestuur heeft in de aanloop naar een nieuwe aanbestedingsronde voor een certificerende instantie in 2016 een externe partij gevraagd om een audit uit te voeren op de taken die VERIN verricht in opdracht van de SGD. NQA zal deze audit in het vierde kwartaal van 2015 uitvoeren. Het SGD-bestuur zal de uitkomsten van de audit betrekken in de aanbestedingsronde die in 2016 zal starten en bij eventuele onderhandelingen met VERIN over het lopende contract.
Gedifferentieerde auditfrequentie
Het SGD-bestuur heeft de CvB’s gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken naar de invoering van een gedifferentieerde auditfrequentie. Dierenartsen met maximaal een bepaald aantal minors zouden daarmee in aanmerking komen voor een tweejaarlijkse audit. In de komende CvB-vergaderingen zullen voorstellen daarvoor besproken worden.
|
|
Geborgde Rundveedierenarts |
|
|
Intercollegiaal overleg dierenartsen over bedrijfsgezondheidsplannen (IOD-BGP)
Na de zomer zijn de inschrijvingen voor het IOD-BGP geopend. Op dit moment heeft ruim 80% van de geborgde rundveedierenartsen zich ingeschreven. De overige dierenartsen worden door VERIN benaderd. Het is de bedoeling dat alle geborgde rundveedierenartsen die BGP’s opstellen nog dit jaar deelnemen aan het IOD-BGP. In 2016 zal het CvB de inrichting en de uitkomsten van het IOD-BGP door het CvB evalueren.
Doelstelling en kosten
De achtergrond van het IOD-BGP is om door middel van intercollegiaal overleg over het opstellen van BGP’s de kwaliteit van de veterinaire dienstverlening te borgen en te verbeteren. Volgens het CvB is IOD-BGP een goed instrument waarmee dierenartsen van elkaar kunnen leren. Om dit vervolgens te borgen is een externe procesbegeleider noodzakelijk. Andere manieren zoals bijwoningen door onafhankelijke deskundigen op het veehouderijbedrijf zijn veel duurder en complexer van opzet.
Met de opzet van het IOD-BGP zijn éénmalige opstartkosten gemoeid. Daaronder vallen onder meer de ontwikkeling van een onafhankelijke beoordelingsmethodiek, de inrichting van een digitale infrastructuur tussen dierenartsen, ICOVet, VERIN en de faculteit Diergeneeskunde, de opleiding van procesbegeleiders en de ontwikkeling en borging van het administratieve proces van certificering. Deze kosten zijn in de tarieven van het eerste jaar verwerkt. Daarna zullen de kosten van het jaarlijkse IOD-BGP lager uitvallen.
Vergelijkbare systemen
Binnen het CvB-rund is gesproken over mogelijke ontheffing voor deelnemers aan vergelijkbare systemen zoals KoeKompas. Op dit moment zijn IOD-BGP en KoeKompas echter nog onvoldoende equivalent en is nadere afstemming tussen SGD en KoeKompas noodzakelijk. Het streven is om dit voor 2017 rond te krijgen.
Ervaringen tot nu toe
Er zijn tot nu toe 11 IOD-BGP bijeenkomsten geweest en er staan er nog 61 ingepland. Uit de eerste evaluatie komt naar voren dat veel dierenartsen het interactieve aspect van het IOD-BGP positief beoordelen. Ook werd aangegeven dat het duidelijker is geworden wat er van een BGP verwacht wordt. Door het uitwisselen van ervaringen en knelpunten hebben de deelnemers handvatten meegekregen om betere BGP’s op te stellen. Bij de beoordeling werd het als een handicap ervaren dat de specifieke bedrijfscontext niet voldoende inzichtelijk is. Door de aselecte steekproef uit de BGP’s werden sommige BGP’s minder geschikt geacht voor bespreking. Uit deze eerste evaluaties zijn diverse suggesties voor verbetering naar voren gekomen die het CvB zal bespreken.
Vervolgtraject borging Periodiek Bedrijfsbezoek (PBB)
Zowel uit een door de SGD uitgevoerde pilot als uit een audit van het COKZ is naar voren gekomen dat een aanzienlijke fractie van de uitgevoerde PBB’s tekortkomingen vertoont en op een aantal punten verbeterd moet worden. Hierbij gaat het met name om onbekendheid met het waarnemingsprotocol en met de consequenties die aan de waarnemingen behoren te worden verbonden t.a.v. het leveren van de melk. Zo bleek dat 21% van de dierenartsen aangaf niet bekend te zijn met het protocol en paste 25% van de dierenartsen het protocol niet correct toe. Ook bleken veel dierenartsen niet op de hoogte van het doel van het PBB. Het PBB maakt onderdeel uit van de garantiesystematiek van de zuivel. Zuivelorganisaties willen het belang van het PBB opnieuw benadrukken omdat daarmee wordt geborgd dat melk wordt geleverd van gezonde koeien.
Op basis hiervan heeft het CvB besloten tot een plan van aanpak. Onderdelen hiervan zijn:
1. Communicatie richting dierenarts en veehouder over de achtergronden en de doelstelling van het
PBB.
2. Verbeteren van de kennis over het PBB-protocol via een digitale toets.
3. Borging van de uitvoering middels een combinatie van aselecte en selecte bijwoningen door een
dierenarts van QLIP.
Voor de verankering in het beoordelingsprotocol van de PBB-borging worden normvoorschriften opgesteld die per 1 januari 2016 in werking zullen treden. Geborgde rundveedierenartsen krijgen de gelegenheid om via een digitale toets aan te tonen dat hun kennis van het PBB-protocol op orde is. Dierenartsen die daar niet in slagen zullen een aanvullende nascholing moeten volgen.
Ook zal een dierenarts van QLIP in opdracht van de SGD vanaf 2016 een aantal aangekondigde bijwoningen (select en aselect) uitvoeren bij dierenartsen die PBB doen. De borging is een nadrukkelijke eis van het COKZ. Afhankelijk van de resultaten daarvan zal de borging mogelijk nog verder worden bijgestuurd.
|
Controle op het bedrijfsbehandelplan (BBP)
Vanuit verschillende controlerende instanties wordt het BBP onder de loep genomen. Melkveehouders die deelnemen aan zuivelkwaliteitssystemen krijgen controle van QLIP, waarbij de inspectie gericht is op naleving van het BBP. Met andere woorden: houdt de veehouder zich aan wat in het BBP staat. Afwijkingen daarvan zonder tussenkomst van de dierenarts leveren de veehouder ‘tekortkomingen’ op die pittig kunnen uitvallen. In de september-uitgave van het blad Melk van Friesland Campina stond daarom een lezenswaardig artikel over de beoordeling van het BBP door QLIP.
Vanuit de SGD kijkt VERIN naar de naleving door de dierenarts van de normvoorschriften over het BBP in het beoordelingsprotocol. Daarin is onder meer opgenomen dat het BBP moet voldoen aan de door de SGD geformuleerde minimumeisen BGP/BBP en het meest recente formularium. Tenslotte ziet de NVWA toe op de wettelijke bepalingen uit de Regeling diergeneeskundigen. De NVWA kan bijvoorbeeld ook toezien op de rechtvaardiging van inzet van diergeneesmiddelen volgens de cascade of off label use. Het is bij het opstellen van het BBP belangrijk om met al deze facetten rekening te houden.
|
Meest voorkomende tekortkomingen bij audits VERIN
Registratie in Medirund
Bij een aantal dierenartsen ontbreken soms leveringen in Medirund. In de meeste gevallen gaat het dan om leveringen die gedaan zijn bij een visite. Ook kloppen de aantallen van de leveringen niet altijd in Medirund, waardoor er verkeerde hoeveelheden geregistreerd worden. En als diergeneesmiddelen op basis van het BBP worden afgegeven, wordt dit niet altijd geregistreerd onder het UDN van de dierenarts die het BBP heeft opgesteld. Het komt ten slotte nog incidenteel voor dat de leveringen niet binnen 14 dagen geregistreerd worden in Medirund.
Wanneer er een wisseling plaatsvindt van EAN codes komt het regelmatig voor dat deze wijziging niet direct doorgevoerd wordt in het managementsysteem waardoor het niet doorgegeven wordt aan Medirund. Verder komt het geregeld voor dat dierenartsen bepaalde diergeneesmiddelen niet kunnen registreren in Medirund. De SGD zoekt in overleg met verantwoordelijke partijen naar oplossingen hiervoor.
|
BGP/BBP
Het ontbreken van de handtekening van de veehouder op het BGP en BBP blijft een tekortkoming die veel voorkomt. Ook het kwaliteitssysteem van de zuivel ziet hierop toe, niet getekende documenten hebben ook voor de veehouder consequenties. Daarnaast wordt regelmatig geconstateerd dat het BGP / BBP te laat geactualiseerd is. De primaire verantwoordelijkheid voor het tijdig laten uitvoeren van de evaluatie ligt weliswaar bij de veehouder, maar van de geborgde dierenarts wordt wel een inspanningsverplichting verwacht, door de veehouder hierop te wijzen.
Logboekformulieren/visitebrieven
De visitebrieven zijn soms niet compleet ingevuld. Vaak ontbreekt bijvoorbeeld de diergeneeskundige motivatie/diagnose voor het voorschrijven van diergeneesmiddelen.
Het CvB vraagt dierenartsen in voorkomende gevallen bovengenoemde punten extra aandacht te geven.
|
Entverklaring IBR en BVD
Duurzame ontwikkeling
Foqus planet, het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma van FrieslandCampina, kent sinds 2015 een nieuw onderdeel: duurzame ontwikkeling. Hiermee worden melkveehouders gestimuleerd hun bedrijf stap voor stap te ontwikkelen op belangrijke duurzaamheidsthema’s. Melkveehouders kunnen scoren op zes meetbare indicatoren: Levensduur, IBR, BVD, Celgetal, Energie en Natuur & Landschap. De resultaten worden jaarlijks gemeten en beloond met de Foqus planet toeslag.
Ontwikkelpunten voor het bestrijden van IBR en/of BVD
Melkveehouders die werken aan het bestrijden van IBR en/of BVD op hun melkveebedrijf scoren ontwikkelpunten in Foqus planet. Dit kan door deel te nemen aan het bewakingsprogramma van de Gezondheidsdienst voor Dieren, waarbij de statussen ‘vrij’ en ‘onverdacht’ ontwikkelpunten opleveren. Melkveehouders moeten FrieslandCampina machtigen deze status in te kunnen zien om de ontwikkelpunten te ontvangen. Bedrijven die niet aangesloten zijn bij dit programma, maar wel enten tegen IBR en/of BVD, kunnen met een ingevulde entverklaring aantonen dat er gewerkt wordt aan de bestrijding van IBR en/of BVD op hun melkveebedrijf. Ook dit levert ontwikkelpunten op. Deze entverklaring moet door een dierenarts worden ingevuld én ondertekend.
Welke vragen kunt u verwachten?
Voor u als dierenarts betekent het dat melkveehouders u kunnen benaderen met het verzoek de entverklaring in te vullen en te ondertekenen. Om in aanmerking te komen voor de ontwikkelpunten van 2015 moet de melkveehouder vóór 31 december 2015 in het bezit zijn van de ingevulde en ondertekende entverklaring. Melkveehouders kunnen de entverklaring zelf downloaden via melkweb. Indien melkveehouders geen toegang hebben tot internet kunnen zij FrieslandCampina vragen een blanco entverklaring op te sturen.
Blijf op de hoogte via Melkmail en Melk magazine
FrieslandCampina informeert haar leden-melkveehouders via de maandelijkse nieuwsbrief ‘melkmail’ en het tweemaandelijkse ledenmagazine ‘melk’. Als dierenarts kunt u zich aanmelden om deze ook te ontvangen. Aanmelden kan via het formulier op www.frieslandcampina.com via Over ons > Coöperatie en veehouders > Erfbetreders.
De ontwikkelingen op het gebied van de IBR en/of BVD bestrijding waren voor het CvB aanleiding om de advisering over deze ziekten onderdeel te maken van de minimumeisen BGP/BBP.
|
Diergeneesmiddelenstromen transparant maken
Op basis van de Regeling diergeneesmiddelen moeten dierenartsen ten minste éénmaal per kalenderjaar een nauwkeurige controle uitvoeren van hun diergeneesmiddelenadministratie. Dit houdt in dat er een vergelijking moet worden opgesteld van de ontvangen en afgeleverde diergeneesmiddelen met de aanwezige voorraden. Het verslag hiervan moet in ieder geval inzage bieden in mogelijk geconstateerde verschillen. In het CvB-rund wordt overwogen om deze zogenaamde ‘vierkantsvergelijking’ nu ook op te nemen in de regeling. Het doel is een verantwoording van geborgde rundveedierenartsen voor de aan- en verkoop van diergeneesmiddelen om de traceerbaarheid te vergroten en mogelijke onrechtmatigheden binnen het systeem te bemoeilijken Een zorgvuldige registratie van diergeneesmiddelen is onder meer van belang om politieke twijfels hierover weg te nemen die zijn ontstaan naar aanleiding van het onderzoek door KPMG dat op verzoek van de SDa in 2013 is uitgevoerd. De komende CvB-vergadering van 1 december aanstaande zal hierover gesproken worden. Inbreng voor dit agendapunt kan worden geleverd via de dierenartsvertegenwoordigers van CPD en KNMvD/VGH in het CvB.
|
|
Geborgde Varkensdierenarts |
|
|
Invulling verbetertraject Veterinaire Benchmarkindicator (VBI)
In het CvB-varken is het verbetertraject dat gekoppeld is aan de VBI sectorspecifiek ingevuld. Zo zijn er termijnen vastgesteld voor controle en herstel. Het SGD-bestuur heeft het verbetertraject goedgekeurd en gepubliceerd op de website. Geborgde varkensdierenartsen die met hun VBI in het actiegebied zitten worden vanaf 2016 door VERIN aangeschreven en hebben een inspanningsverplichting om het antibioticagebruik op de betrokken bedrijven zo veel als mogelijk te verlagen. Het verbetertraject kent de volgende algemene uitgangspunten.
-
De dierenarts alleen kan worden aangesproken op het deel waarvoor hij/zij zelf verantwoordelijk is.
-
Het is mogelijk dat een dierenarts er, ondanks dat hij aan zijn inspanningsverplichting voldaan heeft, niet in slaagt de VBI te verlagen. In dat geval heeft dat geen consequenties voor zijn inschrijving in het register.
-
Het verbetertraject sluit nauw aan bij bestaande verbetertrajecten van kwaliteitssystemen van veehouders.
Registratie diergeneesmiddelen
Het CvB-varken onderzoekt de mogelijkheden voor differentiatie in de sanctionering voor tekortkomingen in de registratie van diergeneesmiddelen. Voor tekortkomingen met betrekking tot antibiotica geldt dan een major, bij incidentele tekortkomingen in de registratie van andere voorschriftplichtige diergeneesmiddelen wordt de sanctie een minor. Er wordt een normvoorschrift opgesteld dat na vaststelling in het komende CvB en goedkeuring door de SGD, per 1 januari 2016 van kracht zal worden.
Online Monitoring
Sinds 1 juli jl. is de “Online Monitor” operationeel en opgenomen in de regeling voor de geborgde varkensdierenarts. Dit is een digitaal systeem voor de monitoring van de varkensgezondheid in Nederland. In dit systeem voert de dierenarts van ieder bedrijfsbezoek de al dan niet aanwezige klinische verschijnselen op de varkensbedrijven waarmee u een één-op-één overeenkomst heeft. Wanneer er geen problemen waargenomen zijn, kan u dit noteren als ‘geen afwijkingen’. Zijn er afwijkingen, dan geeft u opvallende zaken (op hoofdlijnen, niet in detail) weer.
Vanaf begin november zullen dierenartsen met vaste tussenpozen een terugkoppeling gaan ontvangen. Hier vindt u een voorbeeld van een dergelijke terugkoppeling. Dit is een voorbeeld op basis van fictieve gegevens en het is niet uitgesloten dat de komende maanden, in overleg met CPD en KNMvD/VGV nog aanpassingen doorgevoerd worden. In het overzicht staat de mate van voorkomen van klinische klachten op bedrijven die zijn aangesloten bij uw DAP. Daarnaast staat aangegeven wat de mate van voorkomen is bij alle bedrijven in Nederland waarvan data zijn ingevoerd. Daarnaast worden kaartjes van Nederland beschikbaar waarop te zien is wat de mate van voorkomen van klinische klachten is in verschillende regio’s. Dit kan u helpen om extra alert te zijn op deze verschijnselen als u ziet dat de verschijnselen meer voorkomen in gebieden rond de bedrijven die zijn aangesloten bij uw DAP.
|
Wanneer de Online Monitor een jaar gedraaid heeft, kan het voorbeeld uit de bijlage uitgebouwd worden met trends in de tijd. Hiermee kan een indruk worden verkregen van de toename of vermindering van het voorkomen van bepaalde klinische klachten in de tijd. Wanneer het systeem meerdere jaren draait, kunnen modellen gebouwd worden om geografische veranderingen in de tijd automatisch op te gaan merken. Hiermee kan de Online Monitor een belangrijke bijdrage leveren aan de signalering van ziekte-uitbraken. Uiteraard zullen ook deze toekomstige ontwikkelingen met u gedeeld/teruggekoppeld worden.
De Online Monitor is zowel bereikbaar via www.veeonline.nl als via een link in de meeste praktijkmanagementsystemen (informeer bij uw PMS leverancier indien de link niet zichtbaar en/of functioneel is).
Meer informatie over het noteren van gegevens in de Online Monitor kunt u hier vinden. Onder het kopje ‘Online Monitor’
Registratie 1-op-1 overeenkomsten
Tijdens de audits komt VERIN nog regelmatig tegen dat 1-op-1 overeenkomsten niet geregistreerd staan in de aangewezen databank Infovarken. Ook is een deel van de 1-op-1 overeenkomsten niet ondertekend. Het CvB roept geborgde varkensdierenarts op om deze tekortkomingen zo snel mogelijk op te lossen. Daarbij wordt opgemerkt dat een ontbrekende handtekening van een veehouder weliswaar niet tot een sanctie leidt als de dierenarts kan aantonen dat hij de veehouder hier op gewezen heeft, maar dat hiermee niet aan de wettelijke verplichtingen uit de UDD-regeling wordt voldaan.
Meest voorkomende tekortkomingen bij audits VERIN
Op basis van de rapportages van VERIN komt naar voren dat bij een aantal normvoorschriften in verhouding vaker tekortkomingen worden gesignaleerd. Het gaat hierbij met name om de normvoorschriften die betrekking hebben op de registratie van diergeneesmiddelen in de aangewezen databanken Infovarken en/of DGBase. Daarnaast komt het ook regelmatig voor dat BGP/BBP’s niet tijdig zijn geëvalueerd of het bedrijfsbezoek niet tijdig is uitgevoerd. Het CvB vraagt dierenartsen deze punten extra aandacht te geven. Ten aanzien van de registratie van diergeneesmiddelen zullen SGD en VERIN in gesprek gaan met de databanken om knelpunten in de registratiesystemen op te lossen.
|
|
Geborgde Pluimveedierenarts |
|
|
Voorstellen invulling VBI-verbetertraject
Binnen het CvB pluimvee is gesproken over de sectorspecifieke invulling van het VBI-verbetertraject zoals dat per 1 januari 2016 zal ingaan. Het CvB zal daar in de vergadering van 26 november aanstaande een definitief besluit over nemen.
Beoordelings- en beslissingsprotocol
Er zijn tijdens de laatste vergadering geen besluiten genomen die leiden tot wijzigingen in het beoordelings- en beslissingsprotocol.
Meest voorkomende tekortkomingen bij audits VERIN
Registratie IKB CRA
De antibiotica worden niet altijd binnen 14 dagen geregistreerd in IKB CRA. Ook tijdens de IKB Kip controles is regelmatig geconstateerd dat niet alle antibiotica binnen 14 dagen geregistreerd worden in IKB CRA. Er ontbreken soms ook leveringen in IKB CRA. Dit blijkt ook uit de bevindingen die gedaan zijn bij de IKB Kip controles.
BGP’s en BBP’s
Op de praktijk zijn niet altijd BGP’s en BBP’s (digitaal of hard copy) aanwezig die ook ondertekend zijn door de pluimveehouder. De BGP’s en BBP’s zijn niet altijd op tijd geüpdatet en/of geactualiseerd. Er wordt niet altijd gebruik gemaakt van het format voor het BGP en BBP zoals genoemd in het beoordelingsprotocol.
Het CvB vraagt de dierenartsen deze punten extra aandacht te geven.
|
|
Geborgde Vleeskalfdierenarts |
|
|
Basiscursus en nascholing Geborgde Vleeskalverdierenartsen
Het CvB is akkoord gegaan met een voorstel voor de inrichting van een keuzecoschap voor studenten aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Door het volgen van dit coschap, waarin de basiscursus is verwerkt, wordt voldaan aan het ingangscriterium voor de regeling geborgde vleeskalverdierenarts.
Het keuzecoschap ‘vleeskalveren’ wordt extern verzorgd, waarbij iedere student twee weken onderwijs zal volgen in twee verschillende dierenartsenpraktijken. Alleen praktijken die voldoen aan de volgende criteria, komen daarvoor in aanmerking:
> 10 bedrijven met blankvlees (en > 5000 kalverplaatsen)
> 6 bedrijven met rosé, waarvan > 4 met start kalveren
> 2 geborgde kalverdierenartsen
> 10 uur stalactiviteit t.a.v. kalveren in 1 week
> 5 uur activiteit intercollegiaal overleg per jaar (mag ook op praktijkniveau)
De faculteit Diergeneeskunde heeft voor participatie in het extern onderwijs een vergoeding beschikbaar gesteld van € 180 per student per week. Geborgde vleeskalverdierenartsen die interesse hebben en voldoen aan bovenstaande criteria, kunnen zich aanmelden bij de faculteit Diergeneeskunde (g.a.hooijer@uu.nl).
Zij-instromers kunnen in het register Geborgde Vleeskalverdierenarts worden opgenomen onder de voorwaarde dat zij alsnog een ingangscursus volgen, zoals alle geborgde kalverdierenartsen dat in 2014 hebben gedaan. Een mogelijkheid om daar invulling aan te geven is de door de faculteit Diergeneeskunde georganiseerde basiscursus. De eerstvolgende cursus zal gegeven worden op 24 november a.s. Opgeven kan via de nascholingsportal van de KNMvD.
|
Samenstelling CvB
De heer Jos Jongerius is op voordracht van de partijen in het CvB door het SGD-bestuur herbenoemd als onafhankelijk voorzitter van het CvB voor een periode van drie jaar.
Meest voorkomende tekortkomingen bij audits VERIN
Registratie diergeneesmiddelen
Het komt nog regelmatig voor dat enkele leveringen ontbreken in InfoKalf. Dit betreft vooral incidenten waarbij bijvoorbeeld de leveringen van één visite niet in InfoKalf staan.
BGP/BBP
De reductiedoelstelling wordt niet altijd vermeld op het BGP. Er is alleen sprake van een afwijking wanneer de reductiedoelstelling helemaal niet vermeld wordt. De aard en inhoud van de reductiedoelstelling is geen controlepunt.
De BGP’s en BBP’s worden niet altijd elk kalenderjaar geüpdatet en geëvalueerd.
Het CvB vraagt dierenartsen deze punten extra aandacht te geven.
|